home  > maatregelen  > isoleren

Het isoleren van gebouwen

Het aardgasvrij maken van een woning kan alleen als deze al goed geïsoleerd is. Daardoor is de CO₂-besparing ten opzichte van een gasgestookte woning klein. Er valt veel meer CO₂-winst te behalen door de focus te richten op het grote aantal nog slecht geïsoleerde woningen.

Met het aardgasvrij maken van woningen, kiest de overheid voor het verder verbeteren van woningen die toch al goed geïsoleerd zijn. In een studie uit 2018 heeft het Economisch Instituut voor de Bouw laten zien dat het eenvoudig mogelijk is om met veel minder geld veel meer CO₂-uitstoot te reduceren. Nog steeds zijn veel woningen in Nederland matig tot slecht geïsoleerd. De investeringen om die woningen op een beter energielabel te brengen zijn veel lager en zetten veel meer zoden aan de dijk.

Meeste winst bij slecht geïsoleerde woningen

De eerste grafiek geeft de investeringskosten per woning van de verschillende stappen richting energieneutraliteit. De letters geven het energielabel aan; BENG staat voor bijna energieneutraal gebouw. Te zien is dat met uitzondering van de eerste stap van G naar F, elke stap naar een beter energielabel naar verhouding meer kost. De laatste stap naar energieneutraal is verreweg het duurst. Uit de tweede grafiek blijkt juist dat de stappen onderin (dus bij slecht geïsoleerde woningen) het meeste opleveren in termen van energiebesparing en CO₂-uitstoot.

Investeringskosten per woning van de verschillende stappen richting energieneutraliteit
Afbeelding 1: Investeringskosten per woning van de verschillende stappen richting energieneutraliteit. Bron: EIB 2018
Gemiddelde energiebesparing per labelstap in € per woning per jaar
Afbeelding 2: Gemiddelde energiebesparing per labelstap in € per woning per jaar. Bron: EIB 2018

Op dit moment hebben we in Nederland nog meer dan 3 miljoen woningen een energielabel D of lager. Dat betekent dus dat er nog heel veel te winnen is door deze woningen versneld te isoleren.

Financieel neutraal CO₂ besparen

Volgens het EIB kost het isoleren van alle bestaande woningen tot (ten minste) niveau B ongeveer €50 miljard aan investeringen en levert een jaarlijkse besparing op van 125 PJ. Ter vergelijking: alle windmolens op land zorgden volgens het CBS in 2019 voor een vermindering van het fossiele brandstofverbruik van 58 PJ, dus nog niet de helft.

Het grote verschil met windmolens is dat het isoleren van woningen volgens het EIB grotendeels kostenneutraal kan gebeuren. Bij verbetering tot energielabel B zijn de opbrengsten en de kosten ongeveer gelijk (gerekend met 6% rente over 25 jaar). De isolatie tot energielabel A of (bijna) energieneutraal is financieel minder gunstig. Dat verklaart ook dat het gebruik van warmtepompen, waarbij de woning zeer goed geïsoleerd moet zijn, financieel niet uitkan.

Dit alles laat zien, dat met veel minder kosten veel meer CO₂ bespaard kan worden door de focus te richten op de onderkant van de woningmarkt: het isoleren van deze huizen tot label B kan grotendeels kostenneutraal, terwijl de besparing aan fossiele brandstof die dit oplevert, meer dan 2 keer zo groot is als die van alle bestaande windmolens op land.

Het EIB formuleert het als volgt: ‘De financieel-economische doelmatigheid van verduurzamingsmaatregelen in de gebouwde omgeving is negatief gecorreleerd met de intensiteit van het ambitieniveaus'. Oftewel, met de hoge ambitie van het aardgasvrij maken van de Nederlandse woningen laten we het laag hangende fruit hangen.


< Vorige Gewijzigd: 31-12-2020 Volgende >